Gebieden mijden waar allergene of toxische planten voorkomen

Item
EU climatic area
Colony status
Production line
Services
Evaluation
Zorg ervoor dat er in de directe omgeving van de bijenstand geen allergische of giftige planten aanwezig zijn.
Zoek op of er allergene planten (bv. Ambrosia trifida, Artemisia vulgaris, …) en/of giftige planten (bv. Slangenkruid – Echium vulgare, Jacobskruiskruid – Jacobaea vulgaris die pyrrolizidine-alkaloïden (PA’s) bevatten) abundant voorkomen in je regio. Hoofdzakelijk komen de giftige planten voor in de composietenfamilie (Asteraceae), in de familie van de ruwbladigen (Boraginaceae), bij de vlinderbloemigen (Fabaceae) en in enkele species van de maagdenpalmfamilie (Apocynaceae).
Bij het kiezen van de locatie van de bijenstand, vermijd je best de regio’s met de aanwezigheid van giftige en hypoallergene planten. Deze planten komen vooral voor op plekken waar niet aan intensieve landbouw gedaan wordt zoals natuurgebieden, verwilderde weiden, braakliggende percelen, enz.
Als er in de nabijheid van de bijenstand dan toch giftige en hypoallergene planten aanwezig zijn, dan kan je misschien in de mate van het mogelijke, met de juiste bescherming, deze planten verwijderen.
Als er in de nabijheid van de bijenstand giftige planten voorkomen die PA’s bevatten, dan mag de honing en het pollen niet geoogst en verkocht worden.
Giftige planten die bij ons kunnen voorkomen zijn bijvoorbeeld bernagie of komkommerkruid (Borago officinalis), jacobskruiskruid (Jacobaea vulgaris), rododendron en koninginnen- of leverkruid (Eupatorium cannabinum). Sommige giftige stoffen die planten bevatten kunnen kankerverwekkende eigenschappen hebben. Een bijkomende moeilijkheid is dat de meting van het PA-gehalte een moeilijke opgave is.
- Er mag geen honing en stuifmeel geoogst en verkocht worden van giftige planten.
- Bij het verwijderen van hypoallergene en giftige planten moet bescherming (bv. handschoenen en masker) gedragen worden.
