Registreer de gezondheidsstatus van de kolonies

Het is belangrijk om de gezondheidsstatus van jouw kolonies goed te kunnen opvolgen, om te weten of je met meer of minder ziektes te maken krijgt doorheen de jaren en hoezeer verschillende types behandelingen tegen ziektes (met name Varroa) goed hebben aangeslagen. Ook ben je in staat een poging te doen varroaresistente bijen te telen indien je goed bijhoudt in welke volken de varroamijt zich minder snel ontwikkelt en welke volken minder (aggressieve) varroabehandelingen nodig hebben. Van deze volken kun je koninginnen kweken.
Welke ziektes je tegenkomt in jouw kolonies en welke behandelingen je uitvoert, registreer je best op kastkaarten of in jouw imkerdagboek (zie “Registers bijhouden van de teeltactiviteiten en de toestand van de kolonies“). Hieronder staat een opsomming van gegevens die je verplicht bent bij te houden wanneer je je bijen behandelt met een chemisch geneesmiddel (tot nog toe zijn enkel geneesmiddelen tegen de varroamijt toegelaten in België). Gegevens die gemakkelijk in een kastkaartensysteem zijn te verwerken zijn aangeduid in vet. De andere gegevens kun je in een apart register bijhouden:
– de datum van de eerste toediening van het geneesmiddel aan de bijen
– de naam van het geneesmiddel
– de hoeveelheid toegediende geneesmiddelen
– de behandelde bijenkasten (of naakte zwermen)
– de wachttijd van het geneesmiddel, zelfs als deze wachttijd nihil is.
– de behandelingsduur (indien van toepassing)
– de naam of handelsnaam en het adres of de maatschappelijke zetel van de leverancier (staat normaal gezien vermeld op (de bijsluiter van) het geneesmiddel)
– het bewijs van aankoop van het gebruikte geneesmiddel
– de naam en contactgegevens van de voorschrijvende dierenarts (indien van toepassing)
Als het gebruikte geneesmiddel voorgeschreven werd door een dierenarts hoeft de bovenstaande informatie niet afzonderlijk te worden geregistreerd als deze informatie terug te vinden is op een kopie van van het voorschrift of op toedienings- en verschaffingsdocumenten (TVD) van de dierenarts.
Deze gegevens dien je gedurende 5 jaar bij te houden.
Indien je biotechnische varroabestrijdingsmethodes gebruikt, ben je niet verplicht deze behandelingen te registreren. Dit is echter wel aangeraden, om zo later te kunnen nagaan of deze genoeg effect hebben gehad en om de effectiviteit van verschillende methodes en bij verschillende volken te kunnen vergelijken.
Een speciaal onderdeel van het registreren van de gezondheidsstatus van jouw kolonies is het bijhouden van de varroalast doorheen de tijd bij iedere kolonie (zie “Varroabesmetting inschatten tijdens het bijenteeltseizoen – B-THENET“ en “De beste kolonies als larvendonors selecteren – B-THENET“). Zo kan je namelijk begrijpen
– in welke mate de volkeren besmet of eventueel resistent zijn.
– in welke mate een uitgevoerde behandeling heeft gewerkt.
– of verder behandelen aangewezen is
Hierbij is het belangrijk dat je vroeg genoeg in het voorjaar regelmatig varroamijten telt, om dan al een goed beeld te hebben van welke volken met een hoge besmetting uit de winter zijn gekomen.
Een stabiel of toenemend aantal mijten na toepassing van een behandeling kan wijzen op een gebrekkige werkzaamheid. Een efficiënte (biotechnische of chemische) behandeling verwijdert minstens 90% van de varroamijten. Vergelijk hiervoor het moment voor behandeling met het einde van de biotechnische methode of het einde van de periode van verhoogde mijtenval veroorzaakt door een chemisch varroabestrijdingsmiddel (aangegeven in de bijsluiter). Een efficiënte chemische behandeling kan namelijk een ernstige stijging van de mijtenval veroorzaken, zelfs verschillende dagen na de start van de behandeling. Ook daarna dien je de varroabesmetting op te volgen opdat je een eventuele herbesmetting tijdig opmerkt.
Door het stelselmatig registreren van de varroabesmetting in je volken kun je nagaan in welke volken de mijt zich minder snel opbouwt en welke volken minder of minder aggressieve behandelingen nodig hebben. Deze volken kun je dan selecteren om nieuwe koninginnen van te kweken om zo hopelijk tot varroaresistente(re) kolonies te komen.
Maak daarenboven ook eenmaal per jaar (bijvoorbeeld rond Nieuwjaar) een inventaris van alle bijengeneesmiddelen die je nog bij je thuis in voorraad hebt staan en ga na of de houdbaarheidsdatum nog niet overschreden is. Indien dat wel het geval is, kun je de vervallen geneesmiddelen normaal gezien bij je apotheker inleveren.
Ten slotte is het een goed idee dat je een globale lijst bijhoudt van hoeveel kasten er ten opzichte van het totaal aantal kasten per jaar sterven en door welke oorzaken. Zo kun je proberen terugkomende problemen aan te pakken door elementen uit jouw bedrijfsmethode aan te passen en “goede” jaren met “slechte” jaren vergelijken.
Referenties
Varroabestrijdingsadvies FAVV 2025
